OUTOFPAPUA database: Lexicons of the West Papuan language area

‘game whereby the players are not allowed to look at each other at the same time’ (eng); ‘na stuivertje wisselen gespeeld spel, waarbij men elkaar niet tegelijk mag aankijken’ (nld)

‘spark, sparks’ (eng); ‘vonk, vonken’ (nld)

‘glowing piece of wood used to illuminate one's path’ (eng); ‘zwaaihout, gloeiend hout om weg te belichten’ (nld)

‘soot’ (eng); ‘roet’ (nld)

‘surf, ride on surf’ (eng); ‘op branding rijden’ (nld)

‘fish with torch’ (eng); ‘vissen met fakkel’ (nld)

‘hear, understand’ (eng); ‘horen, verstaan’ (nld)

‘go in search of, sneak after, hunt without dogs, look at’ (eng); ‘speuren, besluipen, jagen zonder honden, aankijken’ (nld)

‘get food from another place, load a canoe’ (eng); ‘voedsel halen in een andere plaats, een prauw beladen’ (nld)

‘leg (body part)’ (eng); ‘been (lichaamsdeel)’ (nld)

‘shin’ (eng); ‘scheen’ (nld)

‘ankle’ (eng); ‘enkel’ (nld)

‘footprint’ (eng); ‘voetstapspoor’ (nld)

‘lame’ (eng); ‘kreupel’ (nld)

‘leg tendons’ (eng); ‘beenpezen’ (nld)

‘fall asleep (of leg)’ (eng); ‘slapen van been (door wori getroffen)’ (nld)

‘sole of the foot’ (eng); ‘voetzool’ (nld)

‘knee’ (eng); ‘knie’ (nld)

‘exclamation of pain, fright’ (eng); ‘uitroep van pijn, schrik’ (nld)

‘ankle joint’ (eng); ‘enkelgewricht’ (nld)

‘rub (of the foot)’ (eng); ‘wreef van de voet’ (nld)

‘toe’ (eng); ‘teen’ (nld)

‘tibia, shinbone’ (eng); ‘scheenbeen’ (nld)

‘pincer of crab’ (eng); ‘schaar van een krab’ (nld)

‘heel’ (eng); ‘hiel’ (nld)

‘fall asleep, go numb (of the leg)’ (eng); ‘slapen van het been’ (nld)

‘small red cannna plant, round fruits of the canna plants’ (eng); ‘kleine rode canna, de ronde vruchtjes daarvan’ (nld)

‘bunch of bananas’ (eng); ‘bananentros’ (nld)

‘tree, wood’ (eng); ‘boom, hout’ (nld)

‘crossbeam (in canoe or sago rinsing trough)’ (eng); ‘dwarshout in prauwlichaam, dwarsblak, ook in sagobezinkbak’ (nld)

‘young trees’ (eng); ‘jonge boompjes’ (nld)

‘wedge’ (eng); ‘wig’ (nld)

‘crossbeam (with a swing to sit on)’ (eng); ‘dwarshout (bij schommel om op te zitten)’ (nld)

‘pole, post’ (eng); ‘paal, stijl’ (nld)

‘attachment on fore and/or aft prauw’ (eng); ‘opzetstuk op voor- en/of achterprauw’ (nld)

‘hornbill’ (eng); ‘jaarvogel’ (nld)

‘prong, bent pieces of wood in the canoe’ (eng); ‘gaffel, kniehouten in de prauw’ (nld)

‘tree stump’ (eng); ‘boomstronk’ (nld)

‘magic in order to get a woman’ (eng); ‘tovermiddel om vrouw te krijgen’ (nld)

‘wooden handle (e.g. of bailing bucket)’ (eng); ‘houten handvat (bijv. van hoosvat)’ (nld)

‘beam that connects the house styles from above’ (eng); ‘balk die de huisstijlen van boven verbindt’ (nld)

‘driftwood, fallen tree’ (eng); ‘drijfhout, omgevallen boom’ (nld)

‘rotten wood’ (eng); ‘rot hout’ (nld)

‘bent slat that binds the ura's from above’ (eng); ‘gebogen lat, die de ura's van boven verbindt’ (nld)

‘araucaria’ (eng); ‘araucaria’ (nld)

‘magic to change the wind direction’ (eng); ‘tovermiddel om wind te bezweren’ (nld)

‘wooden coasters, under box, etc.’ (eng); ‘houten onderleggers, onder kist e.d.’ (nld)

‘wooden or bamboo fork’ (eng); ‘vork van hout of bamboe’ (nld)

‘pointed crossbeam in a canoe to which the back feet of the mast are attached’ (eng); ‘gepunte dwarsstok in prauw waaraan achterpoten van mast bevestigd zijn’ (nld)

‘bridge, jetty’ (eng); ‘brug, steiger’ (nld)

‘araucaria’ (eng); ‘araucaria’ (nld)

‘bundle of atap leaves’ (eng); ‘bundel atapblaren’ (nld)

‘knothole in wood’ (eng); ‘kwast in het hout’ (nld)

‘heart’ (eng); ‘hart’ (nld)

‘tree with nuts, which are eaten cooked’ (eng); ‘gajang’ (ind); ‘boom met noten, die gekookt gegeten worden’ (nld)

‘pounding stick for millet or rice’ (eng); ‘stamper voor gierst of rijst’ (nld)

‘lead by the hand’ (eng); ‘leiden bij de hand’ (nld)

‘fire tongs, scorpion’ (eng); ‘vuurtang, schorpioen’ (nld)

‘young, green wood’ (eng); ‘jong, groen hout’ (nld)

‘attic beams’ (eng); ‘zolderbalken’ (nld)

‘hollow tree’ (eng); ‘holle boom’ (nld)

‘stick to beat off fruits’ (eng); ‘stok om vruchten af te slaan’ (nld)

‘stick for counting (used among other things to remember the number of goods)’ (eng); ‘telstokjes (o.a. om getal van goederen te onthouden)’ (nld)

‘ridge of the house’ (eng); ‘nok van het huis’ (nld)

‘strip of bamboo used to bind atap’ (eng); ‘bamboereepje om atap te binden’ (nld)

‘crinum (lily species)’ (eng); ‘crinum (leliesoort)’ (nld)

‘bamboo bars with which the ru are attached to the pariari’ (eng); ‘bamboerepen, waarmee de ru aan de pariari bevestigd is’ (nld)

‘stick, pole, etc.’ (eng); ‘stok, paal e.d.’ (nld)

‘fan made of nipa palm, fan for fire’ (eng); ‘waaier van nipahblad, vuurwaaier’ (nld)

‘fire drill’ (eng); ‘vuurboor’ (nld)

‘k.o. small tree with long spring-shaped leaves’ (eng); ‘kleine boomsoort met lange veervormige bladeren’ (nld)

‘tube snail (in the seabed in upright calcareous tubes)’ (eng); ‘buisslak (in zeebodem in rechtopstaande kalkbuizen)’ (nld)

‘thwarts in canoe, cross-bram in sago trough etc’ (eng); ‘dwarshout in prauw, in sagobezinkbak e.d.’ (nld)

‘massoi tree’ (eng); ‘massooi’ (nld)

‘chest, box, tangle (of thread or rope)’ (eng); ‘kist, kistje, klos van garen of touw’ (nld)

‘amulet’ (eng); ‘amulet’ (nld)

‘firewood’ (eng); ‘brandhout’ (nld)

‘ko. round gourd’ (eng); ‘soort kalebas (rond)’ (nld)

‘small wooden balls for counting’ (eng); ‘houten rekenballetjes’ (nld)

‘fruit trees (collective noun), all’ (eng); ‘vruchtbomen (verzamelwoord), allemaal’ (nld)

‘round logs on which drag a canoe forward’ (eng); ‘ronde houten om een prauw op voort te slepen’ (nld)

‘pointed crossbeam in a canoe to which the back feet of the mast are attached’ (eng); ‘gepunte dwarsstok in prauw waaraan achterpoten van mast bevestigd zijn’ (nld)

‘dry branches’ (eng); ‘droge takken’ (nld)

‘pegs for smoking fish’ (eng); ‘klemhoutjes voor rookvis’ (nld)

‘slave block’ (eng); ‘slavenblok’ (nld)

‘divination instrument (can swing or shake)’ (eng); ‘wichelmiddel (dat moet schommelen of schudden)’ (nld)

‘tree trunk’ (eng); ‘boomstam’ (nld)

‘piece of glowing wood that is taken along with one to have fire’ (eng); ‘stuk gloeiend hout dat wordt meegenomen om vuur bij zich te hebben’ (nld)

‘magic potion to get a lot of goods’ (eng); ‘tovermiddel om veel goederen te krijgen’ (nld)

‘wooden plank for the hanging up of festive food’ (eng); ‘lat voor ophanging van feesteten (bij riaretena)’ (nld)

‘herbs, medicines’ (eng); ‘kruiden, geneesmiddelen’ (nld)

‘victory branch’ (eng); ‘overwinningstak’ (nld)

‘tree bark (also to ferment palm wine)’ (eng); ‘boomschors (ook om palmwijn te doen gisten)’ (nld)

‘medicine, treetop, sea lily’ (eng); ‘geneesmiddel, boomkruin, zeelelie’ (nld)

‘boys' floating fishing rods’ (eng); ‘drijverhengeltjes van jongens’ (nld)

‘cross beams over the floor joists’ (eng); ‘dwarshouten over de vloerbinten’ (nld)

‘wood poles, posts (including under the house)’ (eng); ‘houtstijlen, palen (o.a. onder het huis)’ (nld)

‘remains of house posts in an abandoned village’ (eng); ‘resten van huisstijllen op verlaten woonplaats’ (nld)

‘wooden headrest’ (eng); ‘houten hoofdsteun’ (nld)

‘stick, club, bark beater’ (eng); ‘stok, knuppel, klopper voor boomschors’ (nld)